Citytrip

Omvergewalmd door de stad loop ik nog op ontbijtei, koffie, afgebakken brood botsende parfums van twee dames tegemoet in een rolkofferparade van het station naar het centrum Het is fris, met wind, ik kies de zonkant waar ik stoot op blokkeervrouwen  altijd met drie, liefst iets ouder, met meer parfum en vochtige mensengeur en nog… Lees verder Citytrip

Dit huis

Dit huis waar muizen trappen lopen over gietijzeren balustraderanden Dit huis waar mos van dakpannen spoelt en als dode vogels neervalt op het terras voor mijn slaapkamerdeur Dit huis waar brie en camembert de boventoon voeren vermengd met warme wijn van dinergerechten Er valt ook cement uit muren De scheuren schieten in het balkon De… Lees verder Dit huis

De binnentuin

In het dorpje in de woestijn staan maar vijf bomen. Twee bij de waterput, twee op het plein en één bij het huisje van oude Emma, maar daar durft niemand van de kinderen te komen. De kleine jongen geniet altijd van de bomen en van de paar vogels die er soms in zitten. Er is… Lees verder De binnentuin

Niet de kat

Niet de kat, maar ik krab aan de deur Aan het deurtje van mijn hart, maar  Er zit een hele zware dranger op of Ik zit aan de verkeerde kant te miauwen Aan de verkeerde kant van de tijd waar Liefde meer dan een levenlang duurt Waar alles klopt en past en sluit als Een… Lees verder Niet de kat

De schoenlapper en de grote wijze

Piep kraak … piep kraak … zo weerkaatste het knerpende geluid van de grote, oude fietswielen door de straat. Voorop zat een grote bak en achterop hingen zware tassen. Alles zat vol met schoenen, net herstelde en mooi opgepoetste schoenen, daar was hij de hele ochtend zoet mee geweest. Zijn vader repareerde met naald en… Lees verder De schoenlapper en de grote wijze

Raak

Wat zou ik graag dichtbij zijn, dicht bij mezelf zijn en warm van binnen, van binnen aangeraakt door buiten, door buiten vol aanwezig te zijn. Ido, 13 mei 2020

De drempelaars

Some goodbyes come with hellos” De Drempelaars, wie kent ze niet? Bijna niemand en toch ook weer iedereen. Drempelaars zijn kleine wezentjes, watervlug, die leven in de liminaliteit, het ondertussen. In dit grens- of overgangsgebied zijn ze hyperactief en welhaast onzichtbaar. Alleen als je goed uit je ooghoeken kijkt, kun je ze waarnemen. Sommige mensen… Lees verder De drempelaars

Lek

kraan met ijs

Ik heb nog steeds het idee  Dat het niet lekt langs het plafond Maar dat de natte plekken op mijn kussen De neerslag zijn van ons verdwijnen Er zitten kronkelende breuken in het stucwerk Plus loslatende schilfers daarbij En waar is het wij in ons scheiden nu jij weggaat? Soms denk ik dat ik het… Lees verder Lek

Het laatste avondmaal

Ik nodig jullie allemaal uit in mijn boomgaard op een mooie, zwoele zomeravond. Je ziet het fruit al aan de bomen hangen en er komt een licht zoete geur naar je toe zweven bij aankomst. Tussen de twee rijen appelbomen in staat een lange, feestelijk gedekte tafel met verschillende soorten kleden en gekleurde servetten. Er… Lees verder Het laatste avondmaal

Met je mee

Ik stond op de tramhalte en zag je schuiven elke namiddag het standbeeld in het park te hoog om op te winden de reis naar Berchtesgaden te lang om aan te vangen Een plek achter het raam bezat je waar je rustig kon roken, dichten, spiegelen wat je waarnam en door gefilterd licht kon opschrijven… Lees verder Met je mee