Ik ben een leerlingbegeleider

Ido Rood

Share Post:

Mijn naam is Ido Rood. Sinds 8 maart 1994 ben ik professioneel leerlingbegeleider. Ik geef voornamelijk wiskundeles, maar heb ook Nederlands, onderzoeksvaardigheden en drama gegeven. Daarnaast ben ik van het begin af aan mentor en jarenlang counselor en coach geweest. Als ouder van twee volwassen kinderen heb ik het onderwijs ook van buitenaf mogen aanschouwen. En dat doe ik met een open blik, nieuwsgierig, vragend, observerend en relativerend.

 

Wat voor een periode is de middelbare school precies voor jongeren? Een belangrijke, nee, de belangrijkste fase in hun jonge leven? Een periode die je door moet komen? De grootste sprong in de ontwikkeling van een mensenleven? Gewoon saai en stom? Ik zie de school vooral als ontmoetingsplek voor jongeren, als vrijplaats om te ontdekken wie je bent, hoe je je verhoudt tot anderen en de wereld om je heen. Een ruimte waarin je kunt leren en dus fouten mag maken, dingen anders kunt doen dan je van huis uit gewend bent. Een veilige ruimte met mensen die je kennen, begeleiden, stimuleren, confronteren en leren leren. En je weer helpen opstaan na het vallen door al dat uitproberen.

 

Wie zijn dat precies, die bijzondere mensen die dat allemaal kunnen doen bij een adolescent? Dat zijn de professionele leerlingbegeleiders: de mentoren, de docenten waar je als puber elke dag les van krijgt. Die je begroeten bij de deur, je aanspreken op je kleding of gedrag of inzet of humeur. Waar je met een gerust hart al je twijfels, je vragen of problemen kwijt kunt, omdat zij verstand hebben van het leven van jongeren èn omdat ze te vertrouwen zijn. ‘Hoe hebben al die bijzondere mensen, die betekenisvolle figuren, jouw mentoren dat dan geleerd?’

 

‘ … ’

 

Al een kwart eeuw blijft het stil als iemand mij dit vraagt en al net zo lang zoek ik antwoorden. Is het aangeboren? Zit het in de eigen opvoeding? Draait het om intuïtie of gevoel? 

 

Op de lerarenopleiding kreeg ik het vak onderwijskunde. Dan verdiepte ik me een dagdeel met andere adolescenten en twintigers in onderwerpen als seksualiteit, scheiding, depressiviteit, eetproblemen, armoede en leerproblemen als dyslexie en ADHD. Ik hoor het mezelf nog zeggen na een periode van middagen vol discussie over al deze onderwerpen: ‘Maar elk van die 32 leerlingen in mijn klas heeft dan toch wel iets speciaals? De één is verliefd, de ander heeft gescheiden ouders, de ander heeft veel verdriet of iemand verloren, de volgende is te dik, te dun, ziek, gehandicapt en weer een ander heeft te weinig geld voor schoolspullen, enzovoort, etcetera! Hoe kan ik in hemelsnaam elke leerling individueel begeleiden? Ik richt me als docent ten eerste gewoon op de klas als groep. Ik doe dat op mijn manier, met mijn goede bedoelingen, mijn juiste intenties, mijn capaciteiten, dat moet genoeg zijn.’ Dus probeerde ik vooral zelf de leerlingbegeleider te zijn die ik had gemist.

 

En zo gaat het nog steeds op de opleidingen, er worden onderwerpen aangestipt, theoretische kaders benoemd, door deskundigen uitgelegd en toegelicht en daarna overhoord of getoetst. Maar niemand leert je om een goede mentor te worden. Het vak mentoraat staat niet in het curriculum. Waar leer je de kneepjes van het vak van leerlingbegeleiding? Hoe hou je je als mens staande in die dynamische wereld van adolescenten, waar enorm veel gevraagd wordt van jouw incasseringsvermogen, jouw veerkracht? Je kunt er niet voor kiezen om niet leerlingen te begeleiden, omdat het in het Nederlandse onderwijs regel is dat elke docent op de eerste plaats leerlingbegeleider is, mentor is, want pedagogisch geschoold, dus verantwoordelijk.

 

Ik heb er van het begin af aan naar gezocht: Wat is en doet een goede begeleider? Eerst, in de tijd dat ik nog op de lerarenopleiding zat, als trainer bij Scouting Nederland. Daar opende de wereld van contact maken en samen optrekken zich voor me. De cursisten waren (net als ik) tussen de 17 en zeg 37 met hier en daar een uitschieter naar boven en ik zag ze twee weekenden lang, intensief, in een uitdagende omgeving. We instrueerden, creëerden, probeerden uit, wisselden theorie af met sport en spel en pittige discussies. Aten samen en ontspanden samen met een biertje. Het ging veel minder om de inhoud en veel meer over de houding die je als leider van een groep jongeren (Scouts van 11 t/m 16) aannam. Hoe kreeg je het voor elkaar? Wat zette je in? Wat werkte en wat niet? En we reflecteerden ons suf.

 

Nieuwsgierig als ik was, groef ik nog een laagje dieper, ik ging in 1993 bij Scouting de Gilwell Cursus Begeleiden doen. In mijn herfstvakantie een week kamperen in de bossen van Buitenzorg te Baarn. In mijn subgroep, met een man en een vrouw als begeleider, rollenspelen doen, groepsgesprekken houden, samenwerkingsopdrachten uitvoeren en persoonlijke strubbelingen delen. Met als handboek ‘De stad van Axen’, een metaforische uitwerking van de Roos van Leary. Mijn eerste reis door mijn binnenwereld, mijn eerste echte tranen om wat er niet was geweest voor mij en mijn eerste inzichten in mezelf maakte ik me zo meester. Welke delen ken je van jezelf en welke niet goed of zelfs liever helemaal niet? Zo ga je het contact aan met de ander en zo kun je de ander bereiken op voor jou bekend terrein. Ik ontgon langzaam het terrein van persoonlijke ontmoeting en startte met die aannames mijn carrière in het onderwijs.

 

Maar lesgeven en mentor zijn alleen was niet genoeg, ik wilde meer en in 2001 startte ik de opleiding BIO – begeleider in het onderwijs – bij CnA in Amsterdam. Twee jaar lang bijna elke donderdagmiddag en -avond naar Casa 400 om counselor te worden. De eerste dag zat ik in een groepje dat riep dat het zo goed kon luisteren. Mmm, laten we zeggen dat ik een hoop geleerd heb over luisteren en vragen stellen in het daaropvolgende jaar. Wat mij het meest heeft gesterkt zijn de kaders, de begrippen uit de Transactionele Analyse (TA). Hoe je als autonoom persoon je eigen besluiten kunt nemen, je eigen wereld kunt bepalen, hoe je daarmee omgaat in contact en communicatie met de ander (de bekende OVK-bollen: de egoposities) en hoe je levensscript gemaakt wordt. In het tweede jaar door de intervisiegroep geleerd dat elk persoon het anders doet en elke school die ik bezocht zijn eigen temperatuur heeft. Het beeld van de docent als cv of als koelkast, die beiden nodig zijn voor een goed schoolklimaat, is stevig blijven hangen. Dat, samen met de opmerking van mijn trainer John Tressel dat leerlingbegeleiding één bak ellende is, maar ook prachtig mooi werk ;-).

 

Als schoolcounselor kreeg ik vele vragende ogen voor me, individueel en in groepsvorm. Zoekend naar zelfvertrouwen, houvast, bevestiging, rust, troost, aandacht, liefde, concentratie, contact, echt contact, vooral dat laatste. Het meeste contact op school is namelijk vluchtig, goed bedoeld, maar kortstondig. De blik van de docent die je ziet, de arm om je schouder of het vlak voor of na de les bemoedigend toegesproken woord. Het zijn allemaal fantastische gebaren die laten zien hoe mooi de mensen zijn die in het onderwijs werken. Maar voor een puber met problemen is dat niet genoeg. Die zoekt een manier om de eenzaamheid van zijn gedachten kwijt te raken. En die moet nog leren daarover handig te communiceren. Kan en mag dat dan bij jou? Met alle verwarrende gevoelens die daarbij horen?

 

En als die leerling dan zijn lot in jouw handen legt, hoe leg jij dat op een prettige manier weer terug? Hoe bied je steun? In die zoekrichting kwam ik bij het oplossingsgericht werken uit (SFBT) en na een korte training daarin, heb ik veel leerlingen met meer professionele distantie en zonder zelf meegesleurd te worden in hun verhaal, verder kunnen helpen. Ik stel nog steeds herhalende vragen, schaalvragen en wondervragen, in al mijn werkzaamheden.

 

De zoektocht naar antwoord op de vraag ‘Kan en mag dat dan bij jou?’ en vervolgvragen als: ‘En wat betekent dat voor mij, voor onze relatie, voor het contact met jouw ouders, enz.?’ maakte dat ik me verder wilde verbeteren, verdiepen, professionaliseren. Zo kwam ik in 2007 terecht bij de driejarige opleiding Professionele Communicatie van Phoenix Opleidingen te Utrecht. En dat voelde enorm als thuiskomen. Logisch, want de opleiding tot counselor was de voorloper van deze opleiding, ook opgezet door Wibe Veenbaas en mede vormgegeven door Piet Weisfelt. In deze periode van 3 jaar heb ik samen met andere counselors, coaches en consultants gezocht naar mijn wortels. Zowel in mijn bestaan als in mijn basis van begeleiden. Dit is gelukt door naast de communicatieprincipes uit de TA en NLP ook het inzichtgevende Systemisch Werken toe te voegen. Ik leerde mezelf als jongste van vier kinderen beter plaatsen in mijn gezin van herkomst en leerde ook zien wat ik heb aangenomen of overgenomen van mijn ouders. En dat is een grote berg, een berg waar ik de daaropvolgende jaren nog op vele manieren omheen, overheen of doorheen ben gegaan.

 

Natuurlijk heb ik al dat werk niet voor niets verzet, mijn richting is en blijft een betere begeleider worden!

 

Precies daarom heb ik de afgelopen 10 jaar vele vervolgopleidingen gedaan om stukjes van mezelf op te halen. Vaardigheden uit te diepen en toe te eigenen en daarmee alle puzzelstukjes op de juiste plaats te leggen. Ik heb aan mindfulness, yoga & meditatie gedaan en een opleiding tot yogadocent gevolgd, niet afgerond, wel mijn lichaam en hoe ik dat waarneem goed leren kennen. Ik heb een opleiding om te begeleiden met metaforen gevolgd en daarin mijn muze ontmoet: poëzie en persoonlijke verhalen. Ik heb me verdiept in het systemische gedachtegoed, gewerkt met het verlangen en de maskers (karakterstijlen) die we dragen. Ik ben sectieleider en teamleider geweest en heb vanuit die rollen cursussen leidinggeven en persoonlijk leiderschap gevolgd.

 

En tussendoor gebeurde het leven. Ik was al met Trudy toen ik naar de lerarenopleiding ging. Zij heeft mijn eerste tranen gedroogd na de Gilwell Cursus Begeleiden. We zijn getrouwd en kregen een dochter: Fleur en een zoon: Luuk. Toen ik naast een volledige baan de opleiding BIO bij CnA in A’dam op donderdagen deed, zorgde zij voor meer dan 100% voor onze kinderen. Daarna deden we dat andersom. Maar in 2011 veranderde het evenwicht in onze relatie, Trudy werd ziek. In 2016 moest ze stoppen met werken en in 2018 overleed ze aan de gevolgen van een herseninfarct.

 

De laatste 3 jaren ben ik geen counselor van leerlingen meer, maar coach van nieuwe collega’s. Zo ontmoette ik opnieuw de vraag: ‘Hoe hebben al die bijzondere mensen, die betekenisvolle figuren, jouw mentoren dat dan geleerd?’ Ik hoor de vragen van mijn collega’s die ik begeleid, ik zie de twijfel, ik herken het je-best-doen, het goede goed willen doen en het mee naar huis nemen van zorgen om leerlingen. En ik ben gaan zoeken naar de plek waar docenten worden opgeleid tot leerlingbegeleiders, tot mentoren van jonge mensen in de meest kwetsbare periode van hun leven en het antwoord is net als 25 jaar geleden:

 

‘ … ’

 

Daarom ga ik nu, 20 jaar nadat ik deze zelf heb gevolgd, de opleiding PBO: Professionele Begeleiding in het Onderwijs starten. Mijn opleiding BIO nieuw leven inblazen, de opleiding LB/SD vormgeven, maar dan wel in de 21e eeuw, met alle ervaring, kennis en inzichten die ik de afgelopen decennia heb opgedaan. Je bent van harte welkom om de docent te worden die elke leerling verdient.

 

Ido Rood – februari 2021