Wilt u zitten? Ik kan staan.

Ido Rood

Share Post:

Ben jij de BOB? Nee, we gaan met het OV. Ook al vind ik dat geen goed idee, stap ik toch met een paar vrienden in de metro op station Bijlmer ArenA en hoor mezelf hardop zeggen: ‘Toch gezellig dat je tegenwoordig met z’n vijven naast elkaar kunt zitten in die nieuwe metrostellen.’ Ik weet nooit precies waarom ik dit soort dingen roep, het is mijn mond al uit voordat ik erover nadenk. Ik heb namelijk een hartgrondige hekel aan ruimtes volgepakt met mensen. Er is nog ruimte genoeg in lijn M54, dus we gaan relaxed naast elkaar zitten en continueren ons groepsgesprek. Van een afstand moet dat er heel grappig uitzien. Elke keer als iemand iets vertelt, buigt hij zijn lichaam naar voren in de hoop dat de anderen het dan beter horen. Daarna zakt hij terug in zijn stoel en maakt een ander dezelfde beweging naar voren. Een soort mep-de-molspel, waarbij nu gelukkig niemand met een hamer op onze koppen probeert te slaan.

Dit houden we vol tot station Amstel, dan begint het ongemak. De metro loopt namelijk steeds voller en er staan daardoor steeds meer mensen in het ruime middenpad rondom de danspalen. Precies op het moment dat ik wil reageren en naar voren buig, draait een dame met een stevige achterkant zich vanuit het middenpad naar mij toe. Als erkend billenman hou ik wel van een paar goeie kadetten, maar al te intiem contact in de metro probeer ik toch te vermijden. Mijn vriend naast me ziet mijn schijnbeweging, lacht, buigt naar voren om de rest hierover te informeren en vindt zijn gezicht terug in een keiharde aanvaring met een laptoptas op de rug van een studentikoos uitziende man met dito brilletje.

Ik kan me dit probleem van vroeger niet herinneren. In oudere metro’s, bussen en trams zit je nog in de traditionele rij-opstelling. De veel te krappe zitplaatsen bezorgen me dan wel rugpijn, maar geen mensenvrees of claustrofobie. Soms zit je met z’n vieren tegenover elkaar, maar wel op gelijke hoogte en niet met uitzicht op het kruis van de ander. Ook worden er geen rugzakken in je gezicht geduwd, omdat de staande medereizigers zich aan lussen kunnen vasthouden of op het pleintje bij  de deur samenhokken. En als het vol en druk is, kan je altijd nog wel ergens schuin naar buiten kijken door het raam.

Vanaf halte Waterlooplein is enige vorm van conversatie tussen ons op de zijdelings geplaatste metrobank niet meer mogelijk. Ik kijk zwijgend voor me uit. Recht voor mij hangt een dikke buik  over een te korte broek. Ik voel me een voyeur die met een verrekijker beelden uitvergroot en tot in detail bestudeert. Zie ik daar navelpluis? Ik kijk naar rechts en vind daar een verliefd stelletje dat om elkaar heen gestrengeld een nieuw paaldansstandje lijkt uit te proberen. Ik draai naar links, maar daar tikken de riempjes van de laptoptas van die studentikoze bril bij elke bocht tegen mijn voorhoofd. Ik probeer mijzelf door de achterwand van de metro heen naar buiten te drukken en verstijf tot het eind van de rit.

Ik dacht dat ik een lift volgeladen met het maximaal toegestane aantal personen de ergste ervaring van mijn leven vond. Nu is die verschrikking vervangen door het rijden in een overvolle metro naar Centraal Station terwijl je op de bank zit. Vroeger hingen er van die stickers in het OV om sociaal gedrag te stimuleren. Ik leef vanaf nu de volgende variatie daarop in het OV: Kunt u zitten? Ik wil staan! (Of liever nog: gillend wegrennen.)

Ido, 24 juli 2024