Op zoek naar de Graal H1 Het begin

Ido Rood

Share Post:

Over de tocht van Perido de Rode Ridder of hoe moederszonen mannen worden

HOOFDSTUK 1      Het Begin

Het zwaard voelde zwaarder dan anders in zijn handen vandaag. Misschien kwam dat door de vele slachtoffers die om hem heen lagen. Misschien door de intense vermoeidheid van een leven lang strijden en nu alweer de derde dag achter elkaar onafgebroken vechten in dit bloedhete land. Ridder Eduard stapte over de lijken en keek argwanend om zich heen. De vijand was nog niet verslagen, maar leek zich even teruggetrokken te hebben. Dit was het moment dat de vogels kwamen, in groepen, krijsend, pikkend, ‘Rotbeesten,’ zei hij en sloeg willekeurig met zijn zwaard om zich heen.

            ‘Het is zover,’ zei Hermelijne, ‘ik voel het aan mijn water.’ En zij kon het weten, na het dragen en baren van drie kinderen wist ze wat er komen ging. Ze stuurde haar oudste dochter Margaretha om de vroed te halen, haar middelste Johanna moest vast beginnen het kraambed in te richten en de jongste Hendrika werd zoet gehouden met een pop. Ze had nog een paar uur en hoopte dat de bevalling voorspoedig zou verlopen, maar ergens diep van binnen wist ze allang dat het deze keer anders zou zijn. De hele zwangerschap voelde ze zich al emotioneler dan bij haar eerste drie kinderen. Terwijl haar hele hofhouding voorspelde dat er een vierde prinsesje bij zou komen, wist zij zeker dat het een jongen werd, een prins, een toekomstig koning, een edele ridder. Bij die laatste gedachte kromp Hermelijne ineen, of was het een wee?

            De zon begon onbarmhartig te branden op Eduard en de laatsten van zijn manschappen. Sterk en slim waren ze, behendig met de wapenen, maar niet opgewassen tegen deze onmenselijke hitte. Wie of wat had hen ook alweer hierheen geleid? De zoektocht naar de Graal, de Heilige Graal waar Koning Eduard zijn hele leven door liet beheersen. Thuis verklaarden veel andere ridders hem voor gek, hij zou beïnvloed zijn door de Oosterse meester Klingsor, een zwarte magiër. Die had hem de heerschappij over hemel en aarde voorspeld. En hij voelde dat hij nu zo dichtbij was, daar in de tempel op de heuvel, daar zou het antwoord liggen. Nog een laatste strijd, een laatste man-tegen-mangevecht met de Moorse koning en dan zou hij zijn ultieme doel bereiken: De Graal!

            Water werd gekookt, zandlopers gekeerd, de weeën kwamen als de golven van de zee bij een naderende storm steeds hoger en heftiger. Hermelijne had haar dochters en haar hofdames geïnstrueerd voor het geval zij de bevalling niet zou overleven. Ze moesten met de jongen, zij wist echt 100% zeker dat ze een zoon zou krijgen, naar hun landgoed in het woud van Soltane gaan. Daar kon hij dan ongestoord en goed beschermd opgroeien tot de wijste koning van Wales die er ooit zou zijn geweest. Hij moest vooral geen ridder worden die met vlammend zwaard de Heilige Graal zou najagen, zoals haar geliefde Eduard. Ze voorzag een nieuw tijdperk, waarin schoonheid, kennis en liefdevolle aandacht het zouden winnen van oorlog en geweld. Maar toen ze zich oprichtte om de vrouwen wat laatste zaken aan te wijzen, kromp ze ineen van de snijdende pijn in haar buik en onderrug. De bevalling was nu echt begonnen, de dochters werden aan de kant geduwd, het kraambed was vanaf nu het heiligdom van de vroedvrouw en de chirurgijn. En met een luide kreet van de aanstaande moeder werd het gordijn dicht gedaan vlak voor de gezichten van de meisjes.

            En met een luide kreet waarschuwde Ridder Grimbald de andere mannen: ‘Hohé, helmen op, ze komen!’ Helaas was die waarschuwing voor sommigen te laat, zij hadden meerdere delen van hun harnas of maliënkolder uitgedaan vanwege de ziedende hitte en moesten nu half geharnast het gevecht aangaan. Onder een regen van pijlen rukten de tegenstanders op, ze kwamen van alle kanten tegelijk en waren snel als duivels op hete kolen. Koning Eduard brulde aanwijzingen en pakte een extra zwaard van de grond. Zijn blik was nors, zijn lippen strak gespannen, zijn zwaarden sloegen de één na de ander neer, hij ging overwinnen, de Heilige Graal lonkte.

            Hermelijne had een houten stok tussen haar tanden terwijl ze luid briesend ademhaalde, nog even door, nog even volhouden, deze pijn stelt niks voor, ik krijg een prachtige zoon. De mensen eromheen depten met doeken en bemoedigden haar: ‘Bijna, je bent er bijna, ja we zien het hoofdje al, met rode haren, kom op, kom op!’

            Een vlijmende steek doorsneed zijn kuit, zijn hele linkerbeen brandde van de pijn. Koning Eduard bleef staan, lopen ging niet meer, maar vechten zeker wel. Hij raakte alles wat binnen het bereik van zijn machtige armen was al draaiend rondom zijn gewonde been. Toen kraakte het luid in zijn achterhoofd, hij voelde zijn harnas niet meer, zijn rug en benen leken te zweven, zijn adem stokte. De andere ridder tegenover hem was groot met een glimmend zwart harnas aan, hij zwaaide met zijn zwaard en Eduard viel neer, zijn hoofd doorboord, in het zand, waar zich langzaam een plas bloed begon af te tekenen rondom zijn dode lichaam.

            Een vlijmende pijn doorsneed haar buik, haar hele lichaam brandde, haar waarneming raakte beneveld. De opgewonden stemmen drongen maar langzaam door tot Koningin Hermelijne. In een wolk van angst en vermoeidheid liet ze zich terugzakken in haar bed en toen zag ze voor het eerst haar kersverse zoon boven zich. Ze glimlachte flauw, fluisterde ‘Perido … hij heet Perido …  naar mijn vader’ en verloor het bewustzijn.

            Er klonk zachtjes een stem, sprak hij tot haar? Hoe lang lag ze hier al ijlend in dit bed? Waar was haar zoon, haar baby? Ze spande zich in, maar liet van vermoeidheid het hoofd weer zakken. Het gefluister zwol aan tot een holle stem, het was de stem van Merlijn, de witte magiër: ‘Hermelijne luister goed … er is een koning geboren en er is een koning gestorven … luister, luister … jouw zoon Perido zal bewonderd worden om zijn schoonheid, maar herinnerd om zijn strijdlust … hij zal de belangrijkste ridder worden aan het hof van Artus … hij zal wel de Heilige Graal vinden … verder moet ik je vertellen dat Eduard, je echtgenoot, is gesneuveld in de strijd … luister, blijf luisteren vrouwe … hij was dapper en heeft zich opgeofferd, maar het doel was onhaalbaar … over twee dagen zal het hele land in rouw zijn en zal er een nieuwe tijdelijke heerser aangewezen moeten worden … wees verstandig vrouwe Hermelijne en voed je zoon op tot een abel man, een koene ridder en een wijze vorst … nog voor zijn 16e verjaardag zal hij zijn eerste ridderlijke daad verrichten … je kunt mij altijd oproepen voor goede raad, je weet wel hoe …’ Hermelijne droomde dit drie nachten achter elkaar of anders was Merlijn drie nachten lang op haar kamer geweest. Dat leek haar vreemd, maar de ochtend dat ze voor het eerst helder wakker werd, hoorde ze alleen nog maar het geweeklaag van het volk, haar hele hofhouding was in de rouw. Iedereen om haar heen was verdrietig om het overlijden van hun geliefde koning Eduard, zijn wapenschild stond statig opgesteld aan haar voeteneind, naast de krib waar haar zoon Perido rustig in lag te slapen.

Ido, december 2019