Ik stond op de tramhalte
en zag je schuiven elke namiddag
het standbeeld in het park te hoog
om op te winden
de reis naar Berchtesgaden te lang
om aan te vangen
Een plek achter het raam bezat je
waar je rustig kon roken, dichten,
spiegelen wat je waarnam
en door gefilterd licht kon opschrijven
wat niet zichtbaar was voor iedereen
met of zonder doodsverlangen
of liefde in zijn lijf
En altijd klonk er jazz, onaardse jazz
in je stem, je handgebaar, je blik
je tegenzin door je verzet heen
om die vraag aan een ander te stellen
Er stroomde regen naar de wolken
de straat werd zachtjes droog
en ik geloofde het als daad
van bevestiging: dat is poëzie
Ik stond te wachten op de halte
ik ben zo’n soort jongen
met dat soort bloemen
of dat meisje met haar dromen
en werd gegrepen
door jouw glimlach van fijnstof
net als door de laatste tram
die jankte door de bocht
toen ik in een knipperend ogenblik zag
dat ik alleen maar verder leven kan
in jouw gedichten mijn gedachten
Ido, 4 juli 2022
In memoriam Remco Campert