(leerling & meester wandelen in het Vondelpark)
“Tussen de schuifdeuren door spelen alle volwassenen kinderen uit hun jeugd ontsnapt in grote lijven klein gebleven samen alleen …”
“Kun je hem nog eens uitspreken, maar dan heel langzaam, echt heel langzaam alsjeblieft?”
“Tussen .. de schuifdeuren door .. spelen alle volwassenen kinderen .. uit hun jeugd ontsnapt .. in grote lijven klein gebleven .. samen alleen ..”
“Het is teveel Ido, het is gewoon te veel!”
“Oké?!”
“Je beeld is goed hoor, geloof me, daar heb ik niks op aan te merken, maar ik raak je opnieuw halverwege kwijt. Wat wil je nou precies zeggen? Heb je daar echt al over nagedacht? Ik voel ‘m niet helemaal. Je wil toch net zo goed worden als ik, of niet?”
“Ja, natuurlijk wil ik dat. Ik ben alleen nog op zoek naar mijn stem, mijn eigen geluid, ik weet het gewoon niet precies. Ik heb nu geprobeerd te spelen met taal zoals U vorige keer hebt uitgelegd. Wat, waar, hoe raakt U me kwijt dan precies, halverwege?”
“Nou jongen, kom hier eens naast me zitten en luister goed, deze hemel moet je helemaal zelf ontdekken, anders ben je geen knip voor de neus waard.”
“Oké?!”
“Taal is ons vehikel om contact te maken, met elkaar te communiceren, maar het is een oude verroeste bakfiets, begrijp je? Vreselijk moeilijk om te besturen, elke bakkersjongen van mijn leeftijd kan daar over mee praten. Al heb ik zelf natuurlijk nooit een stuk deeg of een oven aangeraakt, maar ik weet dat. Het is zwaar, het vraagt oefening en toewijding, discipline, aandacht! Als je een helling afrijdt en je groet die mooie vrouw terug, tilt je hand op om te zwaaien, dan verongeluk je onherroepelijk tegen de eerste de beste boom.”
“Sorry, maar nu kan ik U niet helemaal volgen, halverwege, zeg maar.”
“Sst, luister: Taal is ons vehikel, maar voor de meeste mensen niet geschikt, dus moet je er uiterst zorgvuldig mee omgaan, je woorden mierenneukerig precies kiezen, foutloos doeltreffend zijn zodat ze de kleinburgerlijkheid ver overstijgen en je tot in eeuwigheid nagedragen worden. Dat is mijn insteek, zo schrijf ik en ik wacht al jaren op het moment dat ik bijgehaald word.”
“Maar, tussen de schuifdeuren door spelen alle volwassenen kinderen uit hun jeugd ontsnapt in grote lijven klein gebleven samen alleen, vind ik een hele mooie zin waarin ik spelen en toneelspelen gelijk stel door de schuifdeuren te noemen en eigenlijk zeg dat volwassenen niet opgegroeid zijn en ..”
“Zo werkt het niet, hé? Dat begrijpt ieder kind. Als je wat wil bereiken, moet je jezelf groot maken. Niet dat moderne geneuzel van op schouders van reuzen staan, maar zelf die reus worden. Boven de middelmaat uitstijgen. Karakter tonen en wilskracht jongen! Wilskracht, kon je dat maar ergens kopen.”
“.. en dat volwassenen zich nog steeds gedragen als kinderen en denken dat ze samen leven, samen spelen, maar eigenlijk alleen staan in hun beperkende overtuigingen. Wou ik nog even zeggen tegen U.”
“Dag jongeman, ik wens je een fijn leven.”
“Dag meneer Mulisch, een fijne dag verder.”
Ido, 30 juli 2024