Omvergewalmd door de stad loop ik nog
op ontbijtei, koffie, afgebakken brood
botsende parfums van twee dames tegemoet
in een rolkofferparade van het station naar het centrum
Het is fris, met wind, ik kies de zonkant waar ik stoot op blokkeervrouwen
altijd met drie, liefst iets ouder, met meer parfum
en vochtige mensengeur en nog meer parfum
en mayonaise aan de leuning, hoe dan?
Markt
Kramen met nu nog goedkopere kleuren
waar pislucht van honden en mannen na een borrel teveel omheen hangt –
een glimlach van de verse-visboer
Links klinkt Engels, rechts Spaans, iets onverstaanbaars met veel klemtoon
gaat dwars door me heen
Shit, het terras zit vol of toch niet, snel! Een schijfje citroen in mijn frisdrank
Je ogen volgen het hele lichaam van deze persoon toch echt te lang nu
Een hond in een kinderwagen met een zonnedak, echt?
Pas op knerpende banden vlak achter je de gil van een peuter
en een te luide mannenstem die bepaalt waarheen
Rotting, Warmte, Druk, Sprekende lach, Patat, IJs, Herrie, Mooie Mensen
Dit is elke stad in de zomer
Ido, 10 augustus 2024